Wat een geweldige start maakte het Filosofisch Café Steenwijkerland in zijn vijfde seizoen. Het Dyka Vestzaktheater was vrijwel uitverkocht. De avond ging over een de invloedrijkste filosofen van de afgelopen eeuw: Hannah Arendt. En alsof dat nog niet genoeg was voor een geslaagde avond: de lezing werd gehouden door Petra Bolhuis. Niet vaak hoorde ik een filosoof die zo helder formulerend de zaal wist te boeien. Om het in de woorden van Hannah Arendt zelf te zeggen: zij slaagde erin tot enig begrip te komen van het onbegrijpelijke.
Over ‘Totalitarisme en wat ertegen te doen’, ging het afgelopen woensdagavond in Steenwijk. Arendt (1906 – 1975) schreef daarover in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. En hoe actueel en urgent is dit thema vandaag de dag weer. Of nog altijd? Als jonge Joodse vrouw groeide zij op in een Duitsland dat toentertijd ‘de fakkel droeg van de Verlichting’.
Cultureel en filosofisch werd het land als leidend in de wereld beschouwd. Met de opkomst van het Nazisme kwam daaraan een vreselijk einde. Zij maakte de verandering mee van volledig geassimileerde familie in de toenmalige samenleving tot iemand die beschouwd werd tot een ‘Untermensch’, lid van een bevolkingsgroep die uitgeroeid moest worden. Van haar moeder leerde ze dat zij in gesprek moest gaan met haar medescholieren die haar uitscholden voor ‘Jood’. ‘Dat doen kinderen nu eenmaal met leeftijdsgenoten die een bril dragen, dik zijn of op een andere manier afwijken van de groepsnorm. Maar, als je leraar zulke dingen zegt, dan sta je op en verlaat je de klas. Je vertelt het mij en dan zal ik erop afstappen.’ In feite maakte zij daarmee onderscheid tussen gebral in een café of bij de koffieautomaat op kantoor en structureel racisme. In dat laatste zat volgens haar het grote gevaar. Hannah Arendt moest uiteindelijk vluchten. In 1933 naar Frankrijk en zeven jaar later naar Amerika.
Na de oorlog hield zij zich vooral bezig mee de vraag hoe het zover had kunnen komen. In 1961 werd de SS’er Adolf Eichmann in en door de staat Israël opgepakt, berecht en veroordeeld. Arendt volgde het proces nauwlettend. Zij kwam daar tot het inzicht dat veel van de verantwoordelijken voor de Holocaust eigenlijk heel ‘gewoon’ waren, ambtelijke pennenlikkers die hun ‘quota’ moesten halen. Zij noemde dit ‘de banaliteit van het kwaad’. Het is een onthutsende constatering. Blijkbaar is ieder ‘gewoon’ mens in staat tot het plegen van de grootste misdaden. In haar studies analyseerde Arend de kenmerken van een totalitair systeem in wording. Daarbij richtte zij zich zowel op totalitaire systemen aan de rechter- (Hitler), als aan de linkerkant (Stalin), hetgeen opvallend was omdat in de naoorlogse jaren in veel kringen vaak meer begrip voor de laatste werd getoond. Rusland had immers toch ten koste van heel veel slachtoffers het fascisme had verslagen.
Arendt kwam tot elf kenmerken van bewegingen die wijzen op een ontwikkeling naar totalitaire systemen. Vandaag de dag vooral te zien in rechts-populistische kringen. Petra Bolhuis noemt ze ‘rattenvangers’. Zoals in het sprookje De rattenvanger van Hamelen, die met zijn fluitspel niet alleen de ratten uit de stad probeert te lokken, maar ook de kinderen als hij zijn beloning niet krijgt. Bolhuis: „Het gaat hier om de meeslepende melodie die alle mensen die onbehagen voelen, meelokt naar iets waarvan nooit duidelijk wordt wat het is, maar het wordt vast beter dan het nu is.” De rattenvanger, noem ze vandaag de dag Trump, Wilders of Baudet, formuleren geen haalbare politieke punten, maar vormen wel een beweging omwille van de beweging. Consistentie of waarheid spelen geen rol in hun betoog. „Daarom is er geen echt weerwoord tegen complotdenkers en populisten,” aldus Bolhuis.
Waarom voelen mensen zich toch tot dergelijke bewegingen aangetrokken? In navolging van Arendt zegt Bolhuis: „Overbodigheid”. „Het gevoel overbodig te zijn, niet gehoord te worden, het idee hebben niet meer van waarde te zijn in de samenleving, daar draait het om. De rattenvangers geven deze mensen het idee dat hun onlustgevoelens door anderen worden veroorzaakt. Het is niet hun schuld. Je hoeft niet dom te zijn om je aangetrokken te voelen dat dat soort bewegingen, wanhoop is voldoende.”
Bolhuis houdt – ook hier volgt zij Arendt – toch een optimisme levend. Zij vertelt over Palestijnse en Joodse kinderen die met elkaar spelen. Eerst vol vooroordelen, maar na korte tijd merken ze dat die andere eigenlijk net zo zijn als zijzelf. „Ook hele kleine stappen zijn belangrijk. Het gaat er om vertrouwen te geven en te verdienen. Zijn en blijven we solidair met elkaar, ook als het ongemakkelijk wordt?,” zegt ze verwijzend naar de discussies over de opvang van vluchtelingen. „Ook ik ben niet vrij van vooroordelen. Maar in een dialoog, als je ook je eigen kwetsbaarheid in de strijd gooit, kunnen we altijd weer met iets nieuws beginnen.”
Rabo Theater De Meenthe
Stationsplein 1
8331 GM, Steenwijk
0521 - 514004
Of neem contact op voor meer informatie
Filosofisch Cafe Steenwijkerland
, Steenwijk
0521 ......